Gør som tusindvis af andre bogelskere
Tilmeld dig nyhedsbrevet og få gode tilbud og inspiration til din næste læsning.
Ved tilmelding accepterer du vores persondatapolitik.Du kan altid afmelde dig igen.
A selection of Gaspara Stampa's poetry translated into dutch by Els Vermeir. Gaspara Stampa is considered the greatest Italian renaissance poetry writer. A selection of Gaspara Stampa's poetry translated into dutch by Els Vermeir. Gaspara Stampa is considered the greatest Italian renaissance poetry writer.
'Het verfwinkeltje van Père Tanguy' beschrijft het leven van Julien Tanguy (1825-1894), een bescheiden handelaar in verf en schildersmaterialen in het 19e-eeuwse Parijs. Afkomstig uit een afgelegen dorp in Bretagne, verandert hij van stukadoor in spekslager en spoorwegarbeider voordat hij zich in 1860 met vrouw en kind in Parijs vestigt. Hij kan aan de slag in een beken-e zaak van schildersbenodigdheden en begint hij voor eigen rekening als ambulant verfhandelaar. Hij zoekt de jonge garde van openluchtschilders op, neemt hun werken in depot en wordt een bescheiden collectioneur. Het verhaal dompelt je onder in de Parijse sfeer en toont ontmoetingen met prominente kunstenaars als Pissarro, Van Gogh, Bernard, Renoir en Cézanne. Tanguy's leven is verweven met de politieke omwentelingen van zijn tijd, waaronder de Frans-Duitse oorlog en de Commune-opstand in 1871. Na de onderdrukking van de Commune wordt hij gearresteerd en gei¿nterneerd, maar hij zet door en na een milde veroordeling opent hij in 1873 een nieuwe winkel. Ondanks het groeiende succes van 'zijn' artiesten, vinden langer hoe min- der klanten de weg naar zijn zaak. Het echtpaar Tanguy wordt er niet gefortuneerder of gezonder op... De auteur, Mark Meekers, benadert de geschiedenis met een focus op de 'kleine' arbeider en impressionisten en benadrukt de waarde van elk individu. Onbewust speelde Tanguy een cruciale rol in de opkomst van het impressionisme en symbolisme. Deze biografie combineert alle beschikbare gegevens, waar- onder legerarchieven, en werpt een licht op Tanguy's rol in de burgeroorlog. Meekers, een veelgeprezen Vlaamse dichter en schilder, laat literatuur en historisch onderzoek naadloos in elkaar overvloeien en biedt zo een uniek perspectief. Zijn dubbele expertise stelt hem in staat om aspecten te belichten die vaak over het hoofd worden gezien, en hij beschouwt het als een eer om deze ondergewaardeerde figuur in de kunstgeschiedenis uit te vergroten. 'Deze ingenieuze vervlechting van biografie en opus via poe¿zie is zowat het eigendomskenmerk van Mark Meekers. Ook zijn zegging en benadering van het onderwerp: met historische accuratesse en tact.' JOHAN VAN CAUWENBERGE, RADIO KLARA
La première biographie de Philippe Thys, un des grands noms du cyclisme mondial.En ce temps-là, le Tour de France comptait près de 5.400 kilomètres, soit 50% de plus qu'aujourd'hui. C'est dire si l'exploit de l'Anderlechtois Philippe Thys est à inscrire dans la légende de la "grande boucle". Deuxième Belge, après Odile Defraye, à remporter la plus prestigieuse épreuve cycliste au monde, il gagna en 1913 la première de ses trois victoires au Tour à la moyenne respectable de 26,7 km/h (elle tourne à présent autour de 40 km/h).Il fut le premier à signer pareil triplé et figure encore aujourd'hui parmi les plus jeunes vainqueurs de l'épreuve puisqu'il remporta son premier succès à moins de 24 ans. Sans la Première Guerre Mondiale, il aurait sans doute signé d'autres victoires, le conflit ayant interrompu l'épreuve pendant cinq ans alors qu'il était à l'apogée de sa carrière. Après avoir servi dans l'Armée de l'air française pendant la Guerre, Philippe Thys remporta son 3e Tour en 1920. Coureur multi-terrains, il s'illustra à la fois sur la route, dans les labourés et sur piste. La légende veut qu'il soit l'inventeur du maillot jaune, pull qu'il portait pour être mieux reconnu par le public en tant que leader du classement général.
Dichter Christiaan Germonpré groeide op in Roeselare en was bibliothecaris bij de Kortrijkse stadsbibliotheek. Hij was vooral dichter en publiceerde acht dichtbundels. In 2000 werd hij door multiple sclerose getroffen, wat zijn literaire productie vertraagde en vervolgens belemmerde. Sinds zijn debuut in 1978 verschenen de gedichten van Christiaan Germonpré (°Roeselare, 1950 / Kortrijk, 2020) in literaire tijdschriften van waaruit ze een weg vonden naar bundels met verrassende titels als Ik verzend mezelf als een ansichtkaart (1998). Ook zijn eerste publicatie verscheen onder de fascinerende titelmetafoor Voor de losprijs van warmte (1978). Christiaan Germonpré bracht een groot deel van zijn jeugd door op het platteland wat de landelijke signatuur van zijn latere werk helpt verklaren. Allusies op de scheppende vaderfiguur en op diens strenge persoonlijkheid vinden we vooral in Onsterfelijk blauw (1995). Tweespraak is dan weer een impliciete dialoog met de moeder. Vooral het jarenlange aftakelingsproces van de moeder die aan een slepende ziekte ten onder ging, fungeert in die bundel als achtergrond voor de tweespraak. Van 1988 tot 2000 was Germonpré redacteur van de door de Vereniging van West-Vlaamse Schrijvers (VWS) gepubliceerde VWS-cahiers. Van deze essays over West-Vlaamse letterkundigen schreef hij er zelf zeven. Germonpré deed ook veel vertaalwerk. Zo vertaalde hij het poëtisch oeuvre van Hilde Domin en van Rita Dove. Hij vertaalde veel gedichten van Duitse auteurs zoals Karl Krolow, Ingeborg Bachmann, en Michael Krüger. Hij leverde tevens veel artikels en recensies aan literaire tijdschriften. Met deze postume bloemlezing, die Christiaan zelf nog samenstelde, eert uitgeverij Les Iles de dichter en zijn oeuvre. De bloemlezing Verbintenis bevat herwerkte gedichten uit Van weelde en weinig (Poëziecentrum, 1987), Tweespraak (Poëziecentrum, 1990), Onsterfelijk blauw (Poëziecentrum, 1995) en enkele nieuwe gedichten met multiple sclerose als thema. Een biografie, bibliografie en recensies van Germonpré's werk maken deze bundel tot een mooie eerbetoon aan deze unieke dichter.
FIGUREHEAD FOR WOMEN'S EMANCIPATION THE FIRST FEMALE WORLD CHAMPION CYCLING STUNT WOMAN AVIATION PIONEER COMEDY ACTRICE WWI HEROINE AMBASSADRICE JOURNALIST This biography finally reveals the life story of one of the most amazing heroines. Many of the obstacles shehad to overcome are still burning. More than a portrait of Hélène, this book is also the story of a long-running 'battle of the sexes', a story of courage and perseverance, of falling (literally) and getting up, of big and small dreams and of an unquenchable desire for adventure. Born as the daughter of an army officer in Tournai (Belgium), Hélène Dutrieu was destined for a life as a house- wife or a cotton mill worker. Hélène, however, sees more potential in a life as a cyclist. It turned into an adventurous life that made Dutrieu a household name from Paris to New York in the early twentieth century.
Roland Bergeys (1954) is een gevierd (theater)auteur en gastheer met vele talenten.'De verdwijning van Anna Verduyn' is de derde druk en werd in een nieuw jasje gestoken.Het boek beschrijft het relaas van zijn moeder tijdens de Tweede Wereldoorlog én van zijn grootmoeder in '14-'18. hij goot hun beide levens in dat van één personage: Anna Verduyn.Een spannend en ontroerend mooi boek dat met veel vertelkunde wordt voorgesteld.
Sylveer Maes (Gistel, 1909-1966) won twee keer de Ronde van Frankrijk: in 1936 en 1939. Daarna zou het liefst dertig jaar duren vooraleer er, met Eddy Merckx, weer een Belg 's werelds belangrijkste rittenkoers op zijn naam schreef. Allicht had Maes nog vaker de Tour kunnen winnen, maar uitgerekend in zijn beste jaren brak de Tweede Wereldoorlog uit. En dan was er, niet te vergeten, ook nog die beruchte editie van 1937, toen het Franse chauvinisme het kookpunt bereikte en de moegetergde Belgen vier dagen voor het einde - en met Sylveer Maes in het geel! - uit de Tour stapten. Sylveer Maes blonk uit in de Tour, maar was vooral ook een veelzijdig renner. Hij won bijvoorbeeld Parijs-Roubaix en was daarnaast zowel op de piste als in het veld actief. En toch. Ondanks zijn grootse prestaties lijkt de naam van Sylveer Maes zo'n beetje weggedeemsterd in de nevelen van de tijd. Tachtig jaar na zijn laatste Tourzege haalt Patrick Cornillie hem met deze uitgebreide en rijkelijk geïllustreerde biografie terug uit de vergetelheid.360 pagina's fascinerende lectuur, opgefleurd met een schat aan uniek beeldmateriaal (300 foto's).
De naam Van Der Stuyft doet bij de meeste wielerliefhebbers een belletje rinkelen. Niet minder dan vier renners uit de familie Van Der Stuyft maakten furore in de pioniersjaren van het wielrennen. Oervader Fritz Vanderstuyft was deelnemer aan de eerste Parijs-Roubaix in 1896. Zijn zoon Arthur Van Der Stuyft was een succesvol pisterenner en werd drie maal wereldkampioen achter derny's. De jongste zoon van Fritz, Léon, was ook een berucht pisterenner en werd vooral bekend door een ultieme snelheidsrecord van 127 km/u dat hij vestigde op een autoparcours rond Parijs, een record dat wel 80 jaar op de tabellen zou blijven staan. De carrière van Freddy Van Der Stuyft, zoon van Arthur, werd jammer genoeg gefnuikt door een zware val. Auteur René Lux is een kleinzoon van de wielrenner Arthur Van Der Stuyft. Als kind hoorde hij de straffe verhalen over de wielergeschiedenissen in de familie Van Der Stuyft. De auteur kreeg postkaarten en privéfoto's van zijn wielergrootvader in handen. Met de jaren groeide deze verzameling met kranten, magazines, posters en postkaarten. Zo ontstond de droom om de wielerfamilie vanderstuyft te eren met een boek, een straf stuk Belgische wielerhistorie over vier generaties renners die letterlijk en figuurlijk grenzen overstegen.
Sylveer Maes (Gistel, 1909-1966) a remporte¿ le Tour de France ä deux reprises : en 1936 et en 1939. Il faudra ensuite attendre pas moins de trente ans pour qu'un autre Belge remporte, avec Eddy Merckx, la course par e¿tapes la plus importante du monde. Maes aurait peut-e¿tre pu remporter le Tour encore plus souvent, mais la Seconde Guerre mondiale a e¿clate¿ pre¿cise¿ment dans ses meilleures anne¿es. Et puis, il y a eu cette fameuse e¿dition de 1937, oü le chauvinisme franc¿ais a atteint son point d'e¿bullition et oü les Belges, fatigue¿s, ont quitte¿ le Tour quatre jours avant la fin - et avec Sylveer Maes en jaune ! - ont abandonne¿ le Tour.Sylveer Maes a excelle¿ dans le Tour, mais il e¿tait surtout un coureur polyvalent. Il a remporte¿ Paris-Roubaix, par exemple, et e¿tait e¿galement actif sur la piste et dans les champs. Et pourtant. Malgre¿ ses exploits, le nom de Sylveer Maes semble s'e¿tre un peu efface¿ dans la nuit des temps. Quatre-vingts ans apre¿s sa dernie¿re victoire sur le Tour, Patrick Cornillie le sort de l'oubli avec cette biographie comple¿te et richement illustre¿e.Patrick Cornillie (1961) est poe¿te et e¿crivain, journaliste et auteur de toute une se¿rie de guides et de livres sur le cyclisme. Il a publie¿ des biographies sur Freddy Maertens (2003), Gilbert Desmet (2004) et Marcel Kint (2011), ainsi que, entre autres, "De Zomer van '69. Comment Merckx a gagne¿ face ä Armstrong" (2009) et "Racing in the Great War" (2018).
De bundel bestaat uit zeventien auteursprofielen. Aan de hand van korte biografieën, interviews en tekstfragmenten geeft Van Rompaey een inkijk in het werk van enkele belangrijke Nederlandse en Vlaamse auteurs, meer bepaald in dat van Noud Bles, Stefaan van den Bremt, Walter van den Broeck, Patrick Conrad, Frans Depeuter, Rudolf Geel, Guy van Hoof, René Hooyberghs, Dirk Kroon, Sybren Polet, Renaat Ramon, Andreas Roels, Willem M. Roggeman, Tony Rombouts, Michael Tophoff, José Vandenbroucke en Willie Verhegghe.Andreas Van Rompaey richt zich op leden van oudere schrijversgeneraties die de naoorlogse Nederlandstalige literatuur mee hebben helpen vormgeven. De door hen vertegenwoordigde genres en stromingen komen ter sprake, gaande van mailart tot wielerpoëzie, van 'nouveau roman' tot 'roman noir' en van 'kritisch realisme' tot 'nieuwe romantiek'. Ondanks hun prestaties krijgen de besproken auteurs vaak onvoldoende aandacht in het huidige commerciële klimaat. Deze bundel fungeert niet alleen als leesgids, maar vormt ook een welgekomen aanvulling op de over hen bekende informatie.
Paul Koeck is een sociaal geëngageerde schrijver die bekend staat om zijn romans, toneelstukken en scripts voor zowel het grote als het kleine scherm. Naast deze creatieve output, hield hij zich actief bezig met het schrijven van essays en journalistiek. Paul creëerde zowel literaire werken als scripts en hij leverde substantiële bijdragen aan verschillende tijdschriften zoals Knack en De Brakke Hond, en aan bloemlezingen zoals Drinken tot we zinken en Elfkroegentocht. In mei 2001 werd hij voorzitter van P.E.N.-centrum Vlaanderen.Zijn academisch parcours leidde hem naar het buitengewoon onderwijs in Gent en hij vervolmaakte zich verder via studies journalistiek in Brussel. Zijn carrièrepad leidde hem aanvankelijk naar het klaslokaal, waar hij van 1963 tot 1971 een toegewijde leraar was, waarna hij fulltime schrijver werd.GUIDO DEVOS: "Wie een uitgebreide studie over Paul Koeck plant, weet waaraan hij begint. Immers, de productie van Koeck is aanzienlijk: behalve 20 romans, 2 novelles, 24 toneelstukken, 17 verhalen en een stuk of wat vertalingen, omvat zijn werk ook nog 11 scenario's voor televisie- en bioscoopfilms, een deel interviews en een resem journalistieke stukken en studies die, al dan niet in serievorm of gebundeld, in kranten, tijdschriften of in boekvorm verschenen. Op Hugo Bousset na die, gesecondeerd door wijlen Leo Geerts voor het toneelwerk, een beperkt deel van Koecks romans heeft doorgelicht in een themanummer van de Vlaamse Gids, en Jos Borré in een kort essay in Ons Erfdeel, heeft niemand ooit het verhalende proza van Koeck in zijn geheel serieus doorgelicht. Met dit boek heb ik gepoogd die schandelijke lacune in de actuele literatuur-geschiedenis enigszins aan te vullen, en, op een verfrissende manier, zoals wijlen Fernand Auwera het hoopte, ertoe bij te dragen Paul de erkenning te geven waarop hij recht heeft."
De werkkamer bevat 28 heel bijzondere vraaggesprekken die Frank Pollet met 29(!) dichters had in en over hun werkkamers. Het boek bevat ook talrijke unieke foto's. In het boek vertelt Frank over zijn wedervaren met de geïnterviewde dichters, over hun soms merkwaardige uitspraken en hilarische situaties die dergelijke bezoekjes aan de werkkamers opleverden. Twee van de geïnterviewde dichters komen uit Nederland: Joke van Leeuwen en Johanna Kruit. Tom Lanoye is ook regelmatig in Nederland op TV te zien en te beluisteren.De werkkamer bevat buitengewone gesprekken met Dichter des Vaderlands Charles Ducal, met (voormalig) Antwerpse stadsdichters Tom Lanoye, Joke Van Leeuwen en Stijn Vranken, rijzende ster Maud Vanhauwaert, klassiekers als Luuk Gruwez, Hedwig Speliers, Erik Spinoy, winnaar van o.a. de driejaarlijkse Vlaamse cultuurprijs voor Poëzie Dirk van Bastelaere, wielerdichter Willie Verhegghe, en andere bijzonder boeiende poëten als Marleen De Crée, Geert De Kockere, Joris Denoo, Wim Hofman, Mark Insingel, Johanna Kruit, Marije Langelaar, Delphine Lecompte, het echtpaar Sylvie Marie & David Troch, Els Moors, Marcel Obiak, Albertina Soepboer, Claude Van de Berge, Roel Richelieu Van Londersele, Lucienne Stassaert en ouderdomsdeken Albert Bontridder.
Philippe Thys was the first rider to win the Tour three times. His guts typified him: three times he smoothly predicted his Tour victories. In the 1914 Tour, he led the general classification from the first to the last stage. World War I struck at the height of his powers. The cycling champion became a volunteer aircraft mechanic in the Belgian army. What would his list of honors have looked like without this bloody interlude ?Philippe Thys was the first dedicated rounder of his generation. His preparation with sophisticated training work was far ahead of its time and closer to that of Froome, than to the practices of his contemporaries Lapize or Faber. In his own words, Philippe Thys was also at the cradle of the yellow jersey, perhaps the first yellow jersey wearer ever.Thys did not focus only on the Tour. His palmares include Paris-Tours and the Tour of Lombardy, he excelled in Paris-Roubaix, won six-day races and also became the first Belgian cyclo-cross champion in 1910. Despite that list of honors, Philippe Thys' name has faded away in the mists of time. After a hundred years of oblivion, this book finally gives him his due credit."How unfortunate that that war interrupted cycling. No Tour de France for four years and that in my best years. Damn, without it I could have won at least two more Rounds."Johan Van Win (b. 1960) has been snooping around the past of the underrated Brussels monde du cyclisme for years. With this work on Philippe Thys, he unlocks a piece of his archival data in story form: because le triple vainqueur is the biggest blind spot in cycling history.
Sylveer Maes (Gistel, 1909-1966) won the Tour de France twice: in 1936 and 1939. After that, it would take no less than thirty years before, with Eddy Merckx, another Belgian won the world's most important stage race. Perhaps Maes could have won the Tour even more often, but the Second World War broke out precisely in his best years. And then, not to forget, there was that infamous 1937 edition, when French chauvinism reached boiling point and the weary Belgians left the Tour four days before the end - and with Sylveer Maes in yellow! - dropped out of the Tour. Sylveer Maes excelled in the Tour, but was above all a versatile rider. He won Paris- Roubaix, for instance, and was also active both on the track and in the field. And yet. Despite his great achievements, Sylveer Maes' name seems to have pretty much faded away in the mists of time. Eighty years after his last Tour victory, Patrick Cornillie brings him back from oblivion with this comprehensive and lavishly illustrated biography. Patrick Cornillie (1961) is a poet and writer, journalist and author of a whole series of cycling guides and cycling books. He has published biographies on Freddy Maertens (2003), Gilbert Desmet (2004) and Marcel Kint (2011), as well as, among others, 'De Zomer van '69. How Merckx won from Armstrong' (2009) and 'Racing in the Great War' (2018).
Als er één band is in de Belgische popgeschiedenis die als een komeet omhoog schoot, dan is het wel Allez Allez. Enkele Brusselse muzikanten en een Britse zangeres stampten de groep in 1981 uit de grond. Hun carrière verliep zeer intens, maar was ook kort. Alhoewel de groep in 1985 reeds splitte, wist de band in die korte periode naam te maken via hun opzwepende concerten. Hun mix van punk, funk en Afrikaanse ritmes werd geapprecieerd in binnen- en buitenland. Live op de BBC, voor een uitverkocht Vorst Nationaal en op het podium van het toen nog Torhout/Werchter noemende dubbelfestival, zijn maar enkele van hun wapenfeiten. Vernieuwend en opvallend was Allez Allez zeker en het publiek meeslepen in hun muzikale 'melting pot' behoorde tot de vaste ingrediënten van hun optredens. Daarom is het ook leuk dat de toenmalige bassist van Allez Allez, Marcassou aka Marka, zijn herinneringen aan die roemrijke periode in een boekje neerschreef. In zijn voorwoord zegt Marka dat het boek geen biografie is, maar gewoon een samenbundeling van herinneringen en ook een 'dank je wel' aan de bandleden, voor het avontuur dat zijn leven veranderde.Presentator Ad Visser en Marc Decock van de Ancienne Belgique bewieroken de band ook in een kort voorwoord. Dan is het aan Marka, die op een luchtige, humoristische en ietwat jongensachtige manier het ontstaan van het door de blonde Sarah Osborne aangevuurde Allez Allez, uit de doeken doet. Veel repeteren in vochtige repetitiehokken leidt de band naar de studio waar ze hun klassiekers 'Allez Allez' en 'African Queen' opnemen. De toon is gezet voor vele optredens, tournees en plaatopnames. Toch komt er jammer genoeg veel te vlug een einde aan het geluk, wanneer Sarah in Engeland huwt en er ook blijft. De overige leden weten maar al te goed dat dit het einde is van een hemels avontuur.Dit alles en nog veel meer beschrijft Marka in dit werk. Zijn vlotte schrijfstijl, de massa's anekdotes en weetjes, aangevuld met knappe foto's van de band, de platenhoezen, affiches, tickets, enz. maken dat je dit werk in één adem uitleest. Als de Belpop en het succesvolle parcours dat Allez Allez aflegde, jou boeien dan hoort dit boekje zonder pardon thuis in je boekenkast. Een aanrader!Upgedate versie.
PIONNIÈRE DE L'ÉMANCIPATION DES FEMMESPREMIÈRE CHAMPIONNE DU MONDE DE CYCLISME CASCADEUSE PIONNIÈRE DE L'AVIATION ACTRICE HÉROÏNE DE LA PREMIÈRE GUERRE MONDIALE JOURNALISTE...Cette biographie d'Hélène Dutrieu révèle enfin l'histoire de la vie de l'une des héroïnes les plus étonnantes. Nombre des obstacles qu'elle a dû surmonter sont encore brûlants. Cette biographie est plus qu'un simple portrait d'Hélène, c'est aussi l'histoire d'une longue "bataille des sexes", une histoire de courage et de persévérance, de chute (littéralement) et de relèvement, de grands et de petits rêves et d'un désir d'aventure inextinguible.Fille d'un officier de l'armée à Tournai (Belgique), Hélène était destinée à une vie de femme au foyer ou d'ouvrière dans une filature de coton. Mais Hélène voit plus de potentiel dans une vie de cycliste. Cette vie aventureuse a fait e Dutrieu un nom connu de tous, de Paris à New York, au début du vingtième siècle.
De geschiedenis van het fietsen gekoppeld aan wat schrijver Stijn Streuvels (1871-1969) heeft geschreven over zijn passie voor fietsen. Inclusief het volledige boek 'Mijn rijwiel' van Stijn Streuvels.n het Vlaanderen van eind 19de eeuw is Stijn Streuvels een van de allereerste fietsers. Dat nieuwe stukje spitstechnologie verbreedt letterlijk en figuurlijk zijn horizon "...en vooral verschaft het den wellust om een overdaad van krachten los te laten, om ' t genot en de donkerheid te smaken der snelheid, die door eigen krachten bekomen wordt." Auteur Cornillie verbleef een winter in het Lijsternest in Anzegem en raakte gefascineerd door de liefde van Streuvels voor het rijwiel. Dit boek schakeert enkele velosofische bedenkingen bij het werk van Stijn Streuvels en zoomt in op het minder bekende, maar daarom niet minder interessante boekje 'Mijn rijwiel' (1915). Cornillie kroop in zijn wiel en schetst op een bevlogen en luchtige manier de velocyclist die tegelijk ook een groot koersliefhebber bleek te zijn. Streuvels raakte namelijk bevriend met Karel Van Wijnendaele (stichter van de Ronde van Vlaanderen) en op een keer ontving hij in Het Lijsternest (zijn residentie) zelfs de Italiaanse wielerheld Gino Bartali. Zijn leven lang blijft de auteur, van o.a. 'De Vlaschaard' en 'Het Leven en de Dood in den Ast' een fervent fietser. Want "... zeker is't, die zich eens op een rijwiel waagt, blijft er aan plakken!" Meer informatie Een bundel velosofische overpeinzingen van Patrick Cornillie, tot stand gekomen tijdens zijn verblijf als 'writer in residence' in het Streuvelshuis, eind 2016. Inclusief het oorspronkelijke werk 'Mijn rijwiel.' Stijn Streuvels, pseudoniem voor Franciscus Petrus Maria (Frank) Lateur (Heule, 3 oktober 1871 - Ingooigem, 15 augustus 1969) was een Vlaams schrijver. Streuvels geldt als een van de belangrijkste vernieuwers uit de Nederlandstalige letteren van zijn tijd. Hij schreef naturalistische verhalen, geïnspireerd door Émile Zola en de grote Russen van die tijd (vooral Tolstoj). Hij was autodidact en las en sprak meerdere talen, onder andere Frans en Duits. Noors kon hij lezen, maar Russisch kreeg hij nooit onder de knie. Onder andere het werk van Tolstoj vertaalde hij echter toch, aan de hand van Duitse vertalingen. De literatuurkenners zijn het er over eens dat de visionaire sterkte van zijn werk, de onverbiddelijke erkenning van de werkelijkheid, zonder moraliserende commentaar (Albert Westerlinck), de scheppende taalkracht van zijn proza en de universaliteit van de behandelde thema's, zijn werk hebben opgetild boven het particularisme en de streekliteratuur. Uit het archief met nominaties voor de Nobelprijs voor de Literatuur bij de Zweedse Academie blijkt dat Streuvels van 1937 tot en met 1957 dertien keer genomineerd is geweest voor de Nobelprijs. Ook in 1965 was hij genomineerd. Hij werd geboren als derde kind van Kamiel Lateur en Marie-Louise Gezelle, een jongere zus van priester-dichter Guido Gezelle. Vader Lateur was kleermaker en een zwijgzaam man, in tegenstelling tot zijn vrouw die graag en boeiend sprak en vertelde. Nadat Stijn Streuvels school had gelopen bij de zusters in de plaatselijke nonnenschool, stuurden zijn ouders hem in 1883 naar het St.-Jan-Berchmanspensionaat in Avelgem, waar zijn letterkundige begaafdheid voor het eerst tot uiting kwam.¿¿¿¿Patrick Cornillie kent als fervente fietser zowat alle uithoekjes van Vlaanderen. Hij is een bekroond dichter, journalist en auteur van talrijke fiets- en wielerboeken.
Tot aan de meet' is de negende bundel met wielergedichten van Willie Verhegghe die ook een dertigtal andere poëziepublicaties, proza, kritisch werk en bloemlezingen op zijn actief heeft staan. Deze wielerdichter par excellence was ook bescheiden sportief bezig met het beklimmen van Alpen-, Vogezen-, en Pyreneeëncols, de Vlaamse en Ardennenhellingen en marathonlopen. Verhegghe is een koersliefhebber pur sang die evenwel niet blind is voor de schaduwzijde ervan, nostalgie speelt een belangrijke rol in zijn wielergedichten, de uitzonderlijke exploten van Evenepoel en Van Aert in het magisch jaar 2022 hebben voor een hausse van zijn koersbeleving gezorgd, hij mist evenwel de bloemenmeisjes, fiere koninginnenpages op het stoffig en modderig decor van de koers. Een aantal van Verhegghes gedichten zijn blijvend gevisualiseerd van het Gentse Gravensteen tot de Muur van Geraardsbergen, hij is vast medewerker van het Amsterdamse wielertijdschrift De Muur, werd als twintiger compagnon de route van Louis Paul Boon en maakte ook naam met zijn benefietgedichten over en voor mentaal gehandicapten. Zijn drie werken met anti-oorlogspoëzie mogen hier niet worden vergeten. Een vierde over de tragiek van Oradour is in voorbereiding.
"Dit boek is een boeiend levensverhaal en tevens een handleiding voor allen (jong en minder jong) om zelf te schrijven." Ina Stabergh (Berthy Stas) Sommige (onverwachte) momenten zetten aan tot verzamelen van wat al jaren in herinneringen, in dozen, boeken en kasten ligt gestapeld. Verzamelen om als geheel te tonen. 'In het Oog van de Stilte: een parel' is een verzameling van gepubliceerd en niet eerder verschenen werk (van 1982 tot 2022): reis- en andere verhalen, gedichten, essays, inter- views, persoonlijke beschouwingen over ge- lezen boeken, e.a. Zoveel plaatsen waar gedachten groeiden in kleine en grote boe- ken in mijn hoofd en in de kasten en de kamers waar wij woonden (Sint-Joris-Winge, Scherpenheuvel, Bekkevoort, Diest, Webbekom en Assent). Ook verbleef ik nog twee jaar in O.L.Vr. Waver om er te studeren (internaat) en in Herentals (eveneens op internaat) om les te geven, later ook in Diest. De reizen in België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Ierland, Nederland, Tjechië en Zwitserland die ik - samen met mijn part- ner en soms met kinderen en/of kleinkinderen - maakte, hebben samen met 'het reizen in boeken' een onuitwisbare indruk achterlaten.
100 fiets- en wielergedichten. Van vroeger tot vandaag, van jongensdroom tot laatste finish, van voorjaarsklassiekers en de Tour tot veldrit- en zesdaagseseizoen, voor het eerst verzameld in een bloemlezing. 100 fiets- en wielergedichten. Van Miel Vanstreels, Willie Verhegghe, Paul Rigolle en Jan Kal en natuurlijk. Maar ook dankzij Levi Weemoedt, Tom Lanoye, Gerrit Komrij, Rick de Leeuw, Luuk Grewez, Victor Vroomkoning, Freek de Jonge, Sylvie Marie, Roel Richelieu, Van Londersele en vele anderen fiets je in dit boek over 'les voies sacrees' en langs de 'bedevaartsoorden' van de wielersport.
Gloob & Teo de spin houden van de natuur. Ze genieten van hun tuintje en ze planten zonnebloemen. Daar komen de bijtjes. Die zijn dol op de kleurrijke bloemen. Gloob & Teo volgen de bijtjes tot in hun nest.Wist je dat de bijtjes voor lekkere honing zorgen? En dat honing heel veel energie geeft, om bijvoorbeeld in de tuin te werken? En dat de zaadjes van de zonnebloemen op hun beurt weer zorgen voor voedsel voor de vogeltjes in de tuin?Ontdek het in 'Gloob & Teo en de wondere bijenwereld'. Een avontuur waar het einde weer een nieuw begin is.Een duurzaam boekje voor slimme kleuters.
High fantasy adventure: the complete saga . . . A disenchanted fisherman seeks a more enriching existence than shucking clams on Heagram's shore. Shirking his duty, he attends the local fair where his jaunty carelessness earns him the wrath of a rebel magician of the Mismerion Order-also a quick ticket as an outlaw . . . In his flight for freedom, he picks up loyal allies-two fearless sea rogues indentured to a band of cutthroats on a pirate ship. Amongst sea battles, slaughter and ruin, they struggle to contend with the forces of the law led by the Prince of Owlen. In this rich journey of adventure, villainy, and sophisticated language, heroism prevails and spellcraft brings captivity, ruin and death. The outlaws must face down the rebel magician-hope to outwit him and circumvent his relentless scheme to destroy the rival magicians of the Order . . .
Tilmeld dig nyhedsbrevet og få gode tilbud og inspiration til din næste læsning.
Ved tilmelding accepterer du vores persondatapolitik.