Gør som tusindvis af andre bogelskere
Tilmeld dig nyhedsbrevet og få gode tilbud og inspiration til din næste læsning.
Ved tilmelding accepterer du vores persondatapolitik.Du kan altid afmelde dig igen.
Onvrijwillige cliënten zijn personen of gezinnen die door maatschappelijk werkers (of andere hulpverleners) worden benaderd zonder dat ze zelf om hulp vragen. Sterker: soms wijzen ze hulp ronduit af. Dit boek maakt onderscheid tussen sociaal onvrijwillige en wettelijk onvrijwillige cliënten. In het ene geval is sprake van hulpverlening op basis van drang, in het andere is er een kader van dwang.Sinds het eerste verschijnen van dit boek (2001) is er veel ontwikkeld in de sfeer van onvrijwillige hulpverlening:outreachend werken, bemoeizorg, voorwaardelijke en gedwongen hulpverlening. Variaties en voorbeelden daarvan worden in deze herziene uitgave besproken. De schroom om naar mensen toe te stappen blijkt over de hele linie afgenomen: instellingen en professionals nemen hun verantwoordelijkheid. Ze komen daarmee voor indringende vragen te staan. Wanneer zelf het initiatief nemen? Op welke wijze contact leggen, en hoe zo contact te leggen dat de beoogde cliënten actief gaan participeren aan de hulpverlening?Hulpverlenen met drang en dwang mag dan in bepaalde gevallen beschouwd worden als onontkoombaar en wenselijk, het blijft gaan om werken op het scherp van de snede. Wanneer is ingrijpen in de intieme leefsfeer van mensen te legitimeren?Hulpverlenen met drang en dwang mag dan in bepaalde gevallen beschouwd worden als onontkoombaar en wenselijk, het blijft gaan om werken op het scherp van de snede. Wanneer is ingrijpen in de intieme leefsfeer van mensen te legitimeren?De keuzen die de maatschappelijk werker daarbij maakt moeten verantwoord kunnen worden: in ethische, methodische en juridische zin. Zorgvuldig hulpverlenen is hier een eerste vereiste. Dit geheel geactualiseerde boek laat zien wat daaronder wordt verstaan. Daarbij tekenen zich drie rode draden af. De eerste betreft het zogenoemde werken op twee sporen, dat enerzijds aansluit bij belangen en doelen zoals de cliënt die ziet en anderzijds bij die van de omgeving, waaronder het hulpverlenend systeem. Onderzoek en praktijkervaring wijzen uit dat het verbinden van en wisselen tussen die twee sporen juist bij het werken met onvrijwillige cliënten noodzaak is. De tweede rode draad vormt het thema motiveren. Motivatie om te participeren in een hulpverleningsproces is aanvankelijk bij onvrijwillige cliënten niet of nauwelijks aanwezig. Het is een fikse opgave voor hulpverleners om die motivatie te wekken en te richten. De derde rode draad is het streven om optimaal gebruik te maken van methodische instrumenten die bewezen effectief zijn.
Hulpverleners van uiteenlopende instellingen krijgen te maken met cliënten die in een crisis verkeren. Dit varieert van een plotselinge dakloosheid tot een acute psychose. Ze moeten dan meteen iets doen en klaar staan voor crisishulpverlening. In dit boek geven de auteurs hulpverleners concrete handvatten voor het toepassen van crisishulpverlening. Het accent ligt op de praktijk. Steeds wordt gekeken hoe de hulpverlener algemeen bekende methoden en technieken in zijn werk kan aanwenden om een crisis te verhelpen. Dit wordt ruim geïllustreerd met praktijkvoorbeelden. De basis hiervoor vormen theorieën met betrekking tot crisisinterventie, crisisopvang en acute psychiatrie. De hier beschreven crisishulpverlening integreert deze theorieën.In alle gevallen reikt het boek een kader aan om snel een toestand te beoordelen en voorlopige conclusies te trekken. En om interventies te kiezen om de crisis op korte termijn te verminderen.
De interactieve methode die in dit boek wordt beschreven is ontstaan vanuit het werken in de praktijk van creatieve therapie met groepen. De interactieve methode als benaming is een samenvoeging van de woorden 'interactie' en 'actief'. Cliënten in creatieve therapie zijn actief, werken met elkaar en zijn daardoor in interactie met het materiaal en met anderen. Het begrip interactie staat in deze methode centraal. De kracht van de onderlinge hulp is een belangrijk middel bij het oplossen van problemen. De groepsleden kunnen elkaars positieve en negatieve voorbeeld zijn, geven elkaar inzicht en worden door elkaar geconfronteerd met hun eigen gedrag. Het boek bestaat uit twee delen. In het eerste deel wordt de interactieve methode uiteen gezet. Het tweede deel bevat een aantal opdrachten die toegepast kunnen worden volgens de interactieve methode. Praktijkvoorbeelden verhelderen de tekst. Het boek is bedoeld voor mensen die als creatief therapeut werkzaam zijn in de therapeutische en agogische sector. De beschreven methode is bruikbaar voor open en gesloten groepen, heterogene en homogene groepen. Het kan toegepast worden bij volwassenen en kinderen, zowel in langdurende als kortdurende behandelingen en in verschillende settings. In deze tweede druk is de beschrijving van de methode verder verbeterd en meer onderbouwd. Ook zijn meer praktijkvoorbeelden toegevoegd.
Inclusief CD met muziekfragmenten Hét standaardwerk voor de muziektherapeut Evidence based practice voor de behandeling van psychische stoornissen, problemen en beperkingen Sinds de verschijning van de eerste editie van het Handboek muziektherapie in 1995 hebben de ontwikkelingen op dit vakgebied elkaar in hoog tempo opgevolgd. Zowel nationaal als internationaal zijn er veel nieuwe praktische en theoretische inzichten ontstaan. Dat heeft geleid tot deze geheel vernieuwde editie van het Handboek muziektherapie.Sinds de verschijning van de eerste editie van het Handboek muziektherapie in 1995 hebben de ontwikkelingen op dit vakgebied elkaar in hoog tempo opgevolgd. Zowel nationaal als internationaal zijn er veel nieuwe praktische en theoretische inzichten ontstaan. Dat heeft geleid tot deze geheel vernieuwde editie van het Handboek muziektherapie.Verscheidene muziektherapeuten, ieder met een specialisatie op het gebied van een bepaalde stoornis of binnen een bepaald werkveld, hebben aan het boek meegewerkt. Deze gebundelde kennis zorgt ervoor dat het Handboek muziektherapie een goed overzicht van theorie, praktijk en onderzoek biedt.Het boek is opgebouwd uit drie delen. Deel I bevat het model van indicatiestelling, gaat in op verschillende vormen van onderzoek en multidisciplinaire richtlijnontwikkeling en geeft een overzicht van theoretische modellen. Deel II heeft betrekking op de methodische kant van de indicatiestelling en bevat hoofdstukken over onder meer receptieve en actieve muziektherapie, doelen en werkvormen. Deel III, ten slotte, vormt de kern van het boek. De eerder behandelde theorie wordt hierin op de praktijk afgestemd. Aan de hand van cases die zijn ontleend aan de eigen praktijk van de auteurs, wordt telkens één stoornis, probleemgebied of werkveld centraal gesteld.
Het Handboek Beeldende Therapie geeft voor het eerst in zestig jaar beroepsuitoefening een overzicht van de Nederlandse beeldende therapie. Beschreven worden de belangrijkste bestaande visies, methoden en methodieken.Deel 1 geeft informatie over de achtergronden van het beroep: de geschiedenis en theoretische kaders.Deel 2 is gericht op de methodische beroepsuitoefening in de praktijk.Deel 3 handelt over voorwaarden voor professionaliteit, zoals facilitering en maatschappelijke positionering en onderbouwing van het professioneel handelen door middel van onderzoek.Het boek en bijbehorende DVD bieden ondersteuning voor docenten en studenten van de hböopleiding tot beeldend therapeut. Daarnaast is het een naslagwerk voor de beroepsbeoefenaar. Er zijn veel literatuurverwijzingen opgenomen voor nadere bestudering van onderwerpen waar de lezer in geïnteresseerd is.Het verkregen overzicht in dit handboek, draagt bij tot een eenduidiger en steviger beroepsbeeld. Ook heeft dit overzicht bijgedragen tot nieuwe inzichten op het vakgebied over mogelijke en noodzakelijke verdere ontwikkelingen in het beroep.
Het boek bestaat uit twee delen. In deel I behandelen de auteurs de ontwikkelingsfasen die zich op het terrein van het personeelsbeleid hebben voorgedaan. Deze fasen worden beschreven en becommentarieerd tegen de achtergrond van veranderingen in de relatie tussen mens, arbeid, organisatie en maatschappij. De auteurs wijzen er onder meer op dat personeelsfunctionarissen zich meer moeten gaan inzetten om arbeidsorganisaties ook in bedrijfsethisch opzicht goed te laten functioneren. In deel II bespreken de auteurs de diverse aandachtsgebieden van de personeelsfunctie, zowel in hun onderlinge samenhang als in hun gerichtheid op de verwezenlijking van interne en externe organisatiedoelstellingen.
Dit boek bevat een schat aan activiteiten die toegepast kunnen worden in hulpverlening en begeleiding. Meer dan 100 opdrachten bieden de mogelijkheid om vorm te geven aan veranderingsprocessen. De theorie uit dit boek is daarbij een essentieel hulpmiddel.In deze herziene uitgave is een unieke combinatie gemaakt van activiteiten in de welzijnssector en technieken uit projectmanagement. Zowel in welzijn als in management wordt gestreefd naar een verbetering. En of het nu gaat om een verbetering van welbevinden en welzijn, van situaties en omstandigheden, van organisaties of van resultaten en producten, in alle gevallen komen veranderingsprocessen op gang en worden mensen gemotiveerd om tot verbeteringen te komen. In dit boek zijn beiden samengebracht. Dit heeft geleid tot een transparante theorie over veranderingstrajecten, uitgewerkt met activiteiten. Centraal hierbij staat de motivatie om tot verandering te willen en kunnen komen. Zo leert men veranderen en wordt de deelnemer weer mede vormgever van zijn eigen situatie.
Tilmeld dig nyhedsbrevet og få gode tilbud og inspiration til din næste læsning.
Ved tilmelding accepterer du vores persondatapolitik.